Annetien Aarts Koppen
Annetien Aarts Koppen,
geb. op 19-07-1699 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 19-07-1699 te Huijsen,
ovl. te < 1705.- Vader:
Aert Mr. Hendricksz Koppen, zn. van Hendrick Jacobsz Hendricksz Tol en Luijtien Martens ,
geb. te Huijsen; Koptienden Eerste: 1709-62,
Koster, schoolmeester;,
ovl. op 07-05-1748 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1745-37,
begr. op 07-05-1748 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
MEESTR. AART HEIJNDRICK JACOBSZ / MEESTER AARD HENDRIK JACOBS
Huizen Koptienden (1709-62 1748-37):
1709-62: v. Hendrick Jacobsz 1 Spt 4 cop 3/4
t/m 1720-37: 1 Spt 4 cop 3/4
1721-37: ROMIJNS OP NUMERIEK Er staat 2 Spt 1/2
1725-37: Sluij 1724
1728-37: + MEESTER
1735-37: op Aart Jacobsz Vos 6 cop
t/m 1748-37: Situatie: 1 Spt 2 cop 1/2
1744-37: SLUIJ
- Afgezet op onbekende(n) 1 Spt 2 cop 1/2
-
ONA-3718A035; 18-11-1700: Testament Hendrick Jacobsz out-buijrmr van Huijsen en Luijtien Martens echteluijden binnen Huijsen. Langslevende. Tevens te institueren zij hun kinderen Jacob Hendricksz, Gijsbert Hendricksz, Aaffjen Hendricks, Aart
Hendricksz . Getuigen Lambert Willemsz Kaijer en Elbert Cornelisz Vos
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 15-01-1702: aangenomen op Belijdenis: Hendrickien Dame(huijsvr. van Aart Hendricksen)
-
ONA-3719A043; 10-09-1703: Herzien Testament van Hendrick Jacobsz, oud-Buijrmr des dorps Huijsen en Luijtien Martens echteluijden beiden ziek te bed liggende. Institueren Jacob Hendricksz, Gijsbert Hendricksz, Aart Hendricksz mitsgaders het
kind van haar overleden dochter Aaffjen Hendricks geprocreeert bij Rut Lambertsz Doorn. In Huijsen ter presente van Lambert Willemsz Kaijer en Elbert Cornelisz Vos
-
ORA-184-3196A252; 18-01-1706: Gijsbert Hendricksz en Aert Hendricksz haer sterck makende voor haer selven en als testamentaire vooghden over 't weeskint van Aefje Hendricks alle te samen erfgenamen van Hendrick Jacobsz; ende verclaerden sij
comparanten nevens Rut Jansz Timmer als mede vooghd, vercoght te hebben aen Aert Gerritsz seecker swat maetlant voor f 299
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708; schoolmeester, Onder Eijnde, Mr. Aert Hendricksz enHendrickje Damen; echteluijden
-
Kroniek L.R.Lustigh-176-1527-Folio-161; 08-04-1719: maar was ook sijn broeder Aart Hendricksz onse koster en klaas Willemsz boer sijn swager, ende Jan Jacobsz Man, Alias, Jan Ouwes met paarden en wagen daar na toe gereden, om hem na de
schouwinge op te laden en t'Huijs te brengen, gelijck geschiede maar staat grootelijckx een groote fout aentemercken, namentlijk doen nu de schout van naarden met sijne 2 schepenen het doode lighaam gesien hadden in sijn volle gewaat met
Leersen aen soo vroegen sij aen de groote menigte, ofte hier geen vrienden van dese doode man was, Ja seijden de Lieden, daar is sijn broer de koster, en klaas Willemsz sijn swager, wel vraagde de schout klaas Willemsz, kent gij die doode man
niet Antwoort neen
-
Kroniek L.R.Lustigh-176-1527-Folio-210; Op maandagh den 24 novemb deses Jaars 1721 doen wert door onse mr. Aart Hendricksz koppen een groot placcaet bij den kerckrooster alhier afgelesen, waar in onse Ed: groot mog: van Hollant & westvrieslant
specialijk daar in koemen te verbieden dat geene van die gespecificieerde goederen uijt vranckrijk koemende, hier niet in moegen koemen, op peene van Lijf & Leven, overmits de pestilentie in vranckrijk is enz
-
ORA-184-3177; 23-02-1725: Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Gijsbert Hendricksz Coppen verwekt bij Aaltje Willems werden gestelt Aart Hendricksz Coppen en Harmen Tijmensz
-
ORA-184-3217A031; 13-04-1725: Akte van bewijs. Aaltje Willems weduwe van wijlen Gijsbert Hendricksz Coppen ter eenre, en Aart Hendriksz Coppen en Harmen Tijmensz als voogden over hun minderj. nagel. kinderen, met name Rutje en Luijtje Gijsberts
Coppen ( er staat Rutje en Luijtje Willems), zijn overeengekomen: f 100/kind, land en opvoeding
-
ONA-3731A037; 17-06-1729: Jan Hendricksz wonende tot Huijsen heeft gekocht 2/3 part van een huijs en erve gelegen in het dorp belent Gerrit Jacobsz Snijder ten oosten en Rijk Lambertsz Lustig ten westen, en bekent schuldig te zijn aan Aart
Hendricksz Coppen en Harmen Tijmensz in qualt als voogden over het minderjarige kind van Gijsbert Hendricksz een somme van f 175 en aan Rutje Gijsberts meerderjarige ongehuwde dogter gelijke somme van f 175; in totaal f 350,-
-
ORA-184-3178; 10-11-1730: tot voogd in plaats van Harmen Tijmensz over Luijtje Gijsberts nagelaten dochter van Gijsbert Hendriksz en Aaltje Willems, wert benevens Aart Hendriksz Coppen gestelt, Jan Willemsz Boer
-
ORA-184-3178; 19-03-1734: Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Aefje Aarts Cop in Leven weduwe van Evert Willemsz Kat, gewoont hebbende en overleden binnen dese dorpe, werden gestelt Aart Hendriksz Cop en Jan Vergoes
-
ORA-184-3178; 30-04-1734: Tusschen Aart Hendriksz Cop en Jan Vergoes beijde voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Aefje Aerts Cop in Leven weduwe van Evert Willemsz Kat ter eenre en de voornoemde Aart Hendriksz Cop in sijn
particulier ter andere sijde, is omtrent de alimentatie het volgende mondelinge contract gemaakt, Namentlijk dat de voornoemde Aart Hendriksz Cop wesende de Grootvader van 's moeders sijde van 't voorn. minderjarige kind zal alimenteren
jaarlijks f 35 voor opvoeding
-
ORA-184-3179; 23-02-1753: Albert Houthuijsen als in huwelijk hebbende Annetje Aarts Coppen, woonagtig binnen deezen dorpe, geeft te kennen: dat hij aan sijne huijsvrouw hebbende verwekt een kind genaamt Hendrikje (Alberts) Houthuijsen het selve
bij overlijden van haaren grootvader Aart Coppen voor 1/3 portie aange-erft heeft desselfs nalatenschap, welke te gelde gemaakt zijnde door Cornelis Killewig, Swaning Tijmensz en Marten Coppen als voogden,
tr. op 02-06-1697 te Huijsen.
- Moeder:
Hendrickien Jans Damen,
geb. te Emmenes Buijten,
ovl. op 16-02-1734 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 22-02-1734 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: Pro Deo.
>